Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Christelijk lyceum in oorlogsjaren

Tekst uit het boek “een bijzondere school” van Michiel van Diggelen

In 1922 werd het Christelijk lyceum gevestigd aan de Lindenlaan 23. Het Lyceum was een combinatie van een gymnasium en H.B.S. Bijzonder was, dat in de vooroorlogse jaren de school bezocht werd door vrijwel alle leerlingen uit Zeist en omgeving. Ook bijzonder was, dat een deel van de leerlingen geïnterneerd was aan het jongensinternaat aan de Krakelingweg.

Roerige periode

In 1939 begon een roerige periode voor de school. In september werd het gebouw in verband met de mobilisatie door het Nederlandse veldleger gevorderd. In november werd het gebouw weer vrijgegeven en leek alles weer normaal. De Duitsers zouden Nederland wel met rust laten, was de algemene gedachte. Des te harder kwam de klap aan toe ons land niet gevrijwaard bleef. Vrijdag de tiende mei was een zonovergoten dag. Een klein deel van de leerlingen kwam naar school. Op het grasveld voor de school werd de Nederlandse vlag gehesen en in de hal van het gebouw werd gezamenlijk het Wilhelmus gezongen. Direct daarop riep conrector Snelleman: ‘ Leve de vrijheid!’
Na de capitulatie probeerde iedereen weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan. De gemobiliseerde leerkrachten keerden terug naar school. Berichten van gesneuvelde en anderszins omgekomen oud-leerlingen, waaronder een zoon van de docent lichamelijke opvoeding werden met verslagenheid ontvangen.

Joodse afkomst

Van 12 juli tot augustus 1940 werd het hoofdgebouw gevorderd. In oktober 1940 moesten alle leerkrachten een formulier invullen met de vraag of zij Joodse of Joodse grootouders hadden. Een paar weken later werd duidelijk, dat alle joodse leerkrachten uit hun functie ontheven moesteren worden. De heer Lansberg, sinds 1920 verbonden aan het Christelijk Lyceum als docent Nederlands was de enige joodse docent. Hij werd uit zijn functie ontheven en in 1941 ontslagen. Hij overleefde de oorlog en kwam terug als docent aan het lyceum. Het ontslag was een trieste en zwarte bladzijde in de geschiedenis van de school. De dag van het ontslag van de heer Lansberg dreigden de leerlingen te staken. De heer Samsom gaf uit protest die dag geen les.

Andere maatregelen

Een andere maatregel was de zuivering van schoolboeken. Alles wat vijandig was aan het Groot-Duitse Rijk moest uit de leerboeken worden geweerd. De volgende maatregel was in augustus 1941, dat Joodse leerlingen geregistreerd moesten worden en verwijderd van school. De leiding van het lyceum weigerde. In het najaar verdwenen de leerlingen toch van school. Het was voor hen te gevaarlijk zich in het openbaar te vertonen.

Verzet

Een van die leerlingen was Rosette Bannet. Een andere leerlinge was Eleonore Bentheim. Joke Folmer bracht huiswerk naar Rosette en Peternella van Nie bij Eleonore. De docenten en schoolleiding probeerden de leerlingen van al te drieste activiteiten af te houden. Een groep leerlingen kwam regelmatig bij elkaar in de portierswoning van Valckenbosch. Het was verboden om samen te scholen. De bijeenkomsten waren clandestien. Annemiek Bal schrijft in haar boek Het Zeister Verzet, dat het Christelijk lyceum een broeihaard van verzet is geweest. Conrector Snelleman was zelf erg actief in het verzet, al wisten weinigen dat tijdens de oorlog. De school weigerde in 1942 wervingspamfletten voor de Nederlandse Arbeidsdienst de Waffen SS en de Nationale Jeugdstorm.

Periode 1941 tot 1945

Inmiddels was het gebouw in augustus 1941 opnieuw gevorderd door de Duitsers. Ruim 1000 manschappen zouden in telkens wisselende groepen tot aan de bevrijding in de school verblijven. Gelukkig was er in 1941 een dependance van de school geopend aan de Verlengde Socrateslaan. Omdat dit gebouw slechts te bereiken was via een fietspad werd dit gebouw niet gevorderd. De dependance had niet voldoende lokalen voor alle lessen. Daarom werd aan de klassen beurtelings les gegeven.

In september 1944 werd de school gesloten. De toestand in Nederland was abnormaal gespannen vanwege het oprukken van de geallieerde legers. De dependance aan de Socrateslaan werd door de gemeente gevorderd voor de opvang van evacués uit de Betuwe.

Oudere leerlingen en jonge docenten konden niet meer over straat, omdat ze dan het risico liepen opgepakt te worden voor de arbeidseinsatz. Tijdens de grote razzia in Zeist op 28 oktober 1944 werden 1400 mannen, waaronder leerlingen en enkele leraren bijeengedreven op het Bizonveld en te werk gesteld in Arnhem en Duiven. De bevrijding liet nog tot aan mei 1945 op zich wachten.