Terug naar overzichtTerug naar overzicht
De herberg “Londen” in Zeist

Door R.P.M. Rhoen

'n Rijke traditie in gastvrijheid

Een van de oudste etablissementen in Zeist is Hotel/Restaurant Oud London. Oud London ligt aan de Woudenbergseweg vlakbij het bekende conferentieoord Woudschoten en het KNVB-sportcentrum. De opening van de oude herberg ligt tussen 1830 en 1835.

De eenvoudige plattelandsherberg "Londen"

Emigranten stranden in Zeist

Er gaat binnen Zeist een oud verhaal dat zich in 1817 afspeelt. Vier gezinnen afkomstig uit het groothertogdom Baden zouden zijn bedrogen door een zeekapitein die hen naar Amerika zou brengen. Toen zij in Amsterdam (een andere versie noemt Rotterdam) waren aangekomen, was de kapitein met al het geld van de emigranten ervandoor. De naam van het schip was ‘Londen’. Het Duits-Zwitserse gezelschap besloot niet verder te reizen, aangezien er nogal negatieve verhalen over de reis naar de “nieuwe wereld” de rondde deden. Koning Willem I verleende hen in 1817 toestemming om zich in Zeist te vestigen. Een van hen kwam in een herberg te wonen, waaraan hij als herinnering aan het schip, de naam Londen gaf.

Of dit verhaal de juiste verklaring van de huidige naam “Oud-London” is zal nooit met zekerheid te achterhalen zijn. Feit blijft dat omstreeks 1830 de Woudenbergseweg werd aangelegd. Aan de kruising van die nieuwe weg en de Zwitsersekade woonde de weduwe Juliana Rie-ther-Steinmann (éen van de “Amerika-gangers”). Zij richtte een gedeelte van haar huis in als herberg.

De tapsters en tappers

Bij de invoering van het kadaster in 1832 bleek dat de familie Riether geen eigendomspapieren kon overleggen. De grond waarop het huis stond, was eigendom van het Rijk. De kwestie werd in 1837 opgelost. De grond werd door het Rijk aan Juliana Maïer, een dochter uit het eerste huwelijk van Juliana Riether, verkocht.

Juliana Maïer trouwde in 1838 met de smidsknecht Gerardus Nieuwenhuijzen. Samen zetten zij de zaak voort. Volgens de overlevering heeft zij zelfs een keer koning Willem I in haar herberg bediend en, als het verhaal waar is, zou koning Willem II zelfs meerdere malen er geweest zijn. Het waarheidsgehalte van deze beweringen zal wel gering zijn.
Nieuwenhuijzen overleed in 1866 en Juliana Maïer in 1885. De herberg had zij in 1880 al overgedragen aan Jan de Sain, die in 1870 getrouwd was met haar nichtje Juliana Caré en sindsdien in de herberg werkte. Ruim vijftig jaar was Jan de Sain de kastelein van ‘Londen’.

Brand

Op woensdag 2 mei 1888 “kraaide de rode haan” aan de Woudenbergseweg. De Weekbode van Zeist van 5 mei 1888 doet bericht van de brand die er woedde. ‘Woensdag ll. des namid-dags te 5¼ uur is er brand ontstaan ten huize van Jan de Sain, tapper, wonende alhier aan London ook wel genaamd de Zwitserschekade; het voorste gedeelte der woning dat met riet gedekt was, is geheel uitgebrand, doch daar de wind niet naar de zijde der schuren en hooi-berg was, bleven deze gespaard. De vlammen werden verder met emmers en tonnen water, dat zelfs op betrekkelijk grooten afstand moest worden gehaald, gebluscht. De Sain, vader van een groot huisgezin, is nu van zijne grootste verdiensten beroofd en daarbij was hij zeer laag bij eene brandwaarborgmaatschappij verzekerd.’ De Sain bouwde zijn herberg nog in hetzelfde jaar weer op.

Groeiende bekendheid

De witgepleisterde herberg kreeg steeds meer vermaardheid in Zeist en wijde omgeving. Het was bekend dat Jan de Sain een lekker borreltje schonk en een goed pintje bier tapte. Veel Zeistenaren hebben in het afgelegen cafeetje een gezellig avondje gehad. Het was een wegcafeetje voor vrachtrijders en andere passanten.

In de Gids voor de Stichtsche Lustwarande Zeist (circa 1906) heeft de schrijver voor de vele bezoekers van Zeist enkele wandelingen in de gemeente uitgezet. Een wandeling gaat over de Woudenbergseweg langs ‘London’ naar de Pyramide van Austerlitz. De schrijver aan het woord: ‘De weg maakt een bocht. Betrekkelijk jonge beuken met veel hout beschaduwen ons. Spoedig zijn wij aan de uitspanning “London”. Hier kunnen wij een glas melk of iets anders drinken, intusschen zal ik u vertellen, hoe dit café “al onder de groene boomen” aan den naam “London” kwam.’ Dan volgt het verhaal van de Duitse emigranten en het schip ‘Londen’.

Voor de oorlog was Zeist een geliefde toeristenplaats. Een paar jaar na de hierboven genoemde reisgids, verscheen Kraal’s nieuwe groote gids van Zeist. Men leest hierin: ‘Over ’t groen aan de overzijde van den weg ziet gij allerlei toestellen, die de welingerichte speeltuin verraadt. ’t Wit gepleisterde heeft ’t echte type van de plattelandsherberg, waar properheid heerscht. De stoelen op de “schoone” straat vóór de koffiekamer, nooden zoo ondubbelzinnig, dat gij u reeds om ’n tafeltje geschaard hebt en u den gemoedelijken Jan de Sain wel om eenige verversching moet vragen.’

Aardig om te lezen is het verslag van een reisclub die in 1915 een bezoek aan de Pyramide van Austerlitz bracht. Men schrijft: ‘Na een goed uur bereikten wij onze eerste pleisterplaats, de herberg London, ’n uitheemsche naam, voor ’n heel, heel eenvoudige herberg. Stel je voor: een gelagkamer van naar m’n schatting 3 bij 4 meter, met ’n buffet en toonbank, 2 kleine tafeltjes en eenige stoelen, alles hoogst eenvoudig, maar netjes! De waard van dien herberg, J. de Saine heet de man, was ons in de beschrijving van den tocht al aangeduid als een man waarmee het de moeite waard was een praatje aan te knoopen. We vroegen hem een glas melk. “Joa”, zegt ie, “nou heb ik ze van ’n dubbeltje en ‘k heb ze van vijf centen. Zie je, de een wil ze van vijf cent en de ander van ’n dubbeltje, moar ik zal ze loaten zien, da’s te zeggen, de gloazen, de melk nièt!”

Deze citaten geven een mooi beeld van de in deze streek bekende herberg en van zijn markante waard.

De jaren die volgden

Na de dood van Jan de Sain in 1922 bleef ‘Londen’ nog ruim twintig jaar in handen van de familie De Sain. De zaak werd toen gekocht door de firma ‘T. van Vulpen en Zonen’. In 1947 ging Jan Bakker ‘Londen’ exploiteren en een paar jaar later nam hij de zaak in eigendom over. In de zomer van 1947 onderging de historische herberg ‘Londen’ een metamorfose. Het oude interieur werd vervangen en de herberg werd een modern café. Op de voorgevel kwam een bord te prijken met ‘Theeschenkerij Cafe Oud London’. Daarna werd de onder de kap liggende verdieping opgetrokken. Dat was nog de minst ingrijpende verbouwing. In de jaren die volgden werd er veel gebouwd en verbouwd aan en om het oude huis. En zo groeide het café uit tot het huidige gerenommeerd hotel-restaurant.

Bronnen

  • Archief der gemeente Zeist, 1599-1905, inv.nrs. 215, 216, 728, 777, 806 en 807; Ge-meentearchief Zeist
  • Loenen, Rutger, Austerlitz. Pyramide, Frans-Bataafs Kamp en Dorp, Driebergen-Rijsenburg 2004, p. 70-71
  • Oudt-Seist, De Kroost, 11e jaargang, maart 1971, nummer 5
  • Rentenaar, Robert, Vernoemingsnamen. Een onderzoek naar de rol van de vernoeming in de nederlandse toponymie, Amsterdam, 1985
  • Rhoen, R.P.M., Einde aan de mythe over de Zeisterse Zwitsers. Niet de emigranten werden bedrogen door een zeekapitein, maar het nageslacht werd ‘bedrogen’ met de kapitein van de ‘London’. Seijst. Nr. 2 (1995) p. 25-48