Door: Pierre Rhoen
Het gebied waar de Steynlaan ligt, lag 130 jaar geleden ver buiten het centrum van Zeist. De Steynlaan werd in 1883/1884 door C.N. Lapère (1827-1908) aangelegd. De nieuwe weg verbond de Slotlaan met de Bergweg.
Lapère bezat veel gronden in dit gebied dat vanouds ‘den Dries’ of ook wel op zijn Zeisters ‘de “eerpelvelden” van Lapère’ werd genoemd. Het werd begrensd door de Torenlaan/Cronjélaan, Jagerlaan en Bergweg. Door de aanleg van de Steynlaan en nog twee andere grindwegen maakte hij ‘den Dries’ geschikt als bouwterrein. De nieuwe buurt werd naar de eigenaar Lapèrepark genoemd (1893). Aan de noordzijde van de Jagerlaan en de Bergweg (tot aan de Joubertlaan) stond in 1885 een vijftiental huizen.
In 1887 besloot de gemeenteraad ten noorden van de Steynlaan een nieuwe gemeentelijke gasfabriek te bouwen. De keuze was om meerdere redenen op dit deel van Zeist gevallen. Zo werden de kosten van heien voor het nieuwe fabrieksgebouw uitgespaard, de kosten van de bouwgrond waren er laag en verwachtte men de aanleg van een spoorlijn waarvan het eindpunt in de directe omgeving zou komen te liggen, waardoor de aanvoer van kolen zou worden vergemakkelijkt. Lapère had namelijk in 1886 samen met een plaatsgenoot een concessie aangevraagd voor de aanleg van een lokaalspoorweg van Zeist naar Maartensdijk, die daar aansluiting gaf op de lijn naar Amsterdam. Het gedeelte vanaf de Slotlaan tot aan de Cronjélaan van de dan nog naamloze weg werd de toegangsweg naar de gasfabriek en kreeg de naam Gasweg (1895; 1901).
De gemeenteraad accepteerde in 1900 het aanbod van de NV ‘Stichtsche Bouwmaatschappij’ om de wegen in het Lapèrepark van haar over te nemen. Het jaar daarop gaf de gemeenteraad aan het Lapèrepark de naam Transvaalpark en kregen de wegen namen van politieke en militaire leiders van de Boeren uit de Tweede Boerenoorlog (1899-1902), waaronder een genoemd werd naar Marthinus Theunis Steyn (1857-1916), president van Oranje Vrijstaat (1896-1902).
Tot 1908 droeg de Steynlaan drie namen: Gasweg (gedeelte Slotlaan tot Cronjélaan), Steynlaan (van Cronjélaan tot Krugerlaan) en Krugerlaan (hoek Krugerlaan tot Bergweg). In dat jaar werd de hele weg Steynlaan genoemd. De Steynlaan heeft een dynamische straatnaamgeschiedenis. Aan het gedeelte tussen de Slotlaan en de Antonlaan werd in 1998 de naam Korte Steynlaan gegeven.
De opening van de spoorlijn Utrecht-Zeist in 1901 gaf een grote impuls aan de ontwikkeling van het gebied waar de Steynlaan ligt. In ‘Kraal’s nieuwe groote gids van Zeist’ (1909) staat hierover: ‘Zijn daar sedert niet, voorbij en achter de gasfabriek, waarheen hier zoo juist de Steinlaan afslaat – huizen bij dozijnen verrezen en allerlei nieuwe straten aangelegd?’
Die bouwexplosie deed zich ook voor op de Steynlaan. In 1905 telde de Steynlaan (inclusief de Gasweg) 52 huizen. Vier jaar later stonden er 94 woningen en was de weg volgebouwd. In de eerste decennia van de 20ste eeuw is het beeld van de Steynlaan een van een dorpsstraat: woonhuis naast woonhuis met voortuintjes en met laanbomen beplant. Over de architectuur werd in 1909 gezegd: ‘Smakelooze huizenklompen’.
1907-1908
In 1904 klaagden de bewoners van de Steynlaan bij het gemeentebestuur over de slechte onderhoudstoestand van de straat. Een van hen schreef: ‘(…) ziet men een straat, die gewoonlijk een modderpoel gelijkt en een schrik is om in te moeten gaan.’ De Steynlaanbewoners verzochten de gemeente de Steynlaan te laten bestraten. Ondanks de druk van de bewoners liet het gemeentebestuur in 1904 alleen het gedeelte vanaf de Slotlaan tot aan de Cronjélaan (Gasweg) bestraten (160 strekkende meter). Aan de overlast voor de rest van de straat kwam pas een paar jaar later een einde.
In 1907 werd het gedeelte Cronjélaan-Krugerlaan en in 1908 het gedeelte Krugerlaan-Bergweg bestraat en gerioleerd (totaal 360 strekkende meter). Op verzoek van de eigenaren werd de straat ook verbreed. Daartoe stond iedereen een stuk van zijn voortuin af. Voorts werden er voor de aankleding honderd Amerikaanse eiken geplant.
1932
Zeist telde in 1930 ongeveer 24.000 inwoners. De Steynlaan lag nu in het dorpscentrum. Zij was bezig zich te ontwikkelen van een woon-straat tot een winkelstraat. Veel woonhuizen waren of
werden tot winkel verbouwd. In 1905 vond men er al meerdere winkels: twee bakkerijen, een slagerij, een kleermakerij, een boekhandel en een café. Rond 1920 was het aantal winkels toegenomen tot rond de dertig.
In 1922 werd een buurtvereniging opgericht. Zij schreef in 1928 aan de Steynlaanbewoners: ‘De Steinlaan ziet er buitengewoon onverzorgd uit.’ Op aandringen van deze vereniging werd met het oog op de veranderende functie in 1932 de straat nog verder verbreed en de bestrating en de straatverlichting verbeterd. Maar hiervoor moesten wel de voortuintjes worden opgeofferd.
1958
De snelle toeneming van het verkeer na de Tweede Wereldoorlog maakte een verdere verbreding van de straat in 1958 noodzakelijk. De rijbaan kreeg een breedte van 8,50 meter. Tevens werd de riolering vernieuwd en de leidingen van gas, water, elektriciteit en telefoon verbeterd en verlegd. Dit ging ten koste van de trottoirs die versmald werden en de laanbomen die gerooid werden. De winkeliers, hun aantal bedroeg om en nabij de 55, waren zeer ingenomen met de verbeteringen en zagen hierin aanleiding tot het organiseren van een feestweek.
Op zondagmiddag 12 augustus 1962 voltrok zich een ramp op de Steynlaan waarbij de dienstdoende machinist Stijn Butselaar om het leven kwam. Een van de vijf voorraadtanks voor stadsgas ontplofte. De klap werd door de seismograaf van het KNMI in De Bilt geregistreerd. Meerdere brandweerkorpsen uit de omgeving verleenden assistentie bij het bestrijden van de brand.
Na de beëindiging van de gasproductie in 1959 in verband met de omschakeling op aardgas werd het gasbedrijf voortgezet als Gasdistributiebedrijf Zeist en Omstreken (GZO). In 1967 werden alle aansluitingen op de Heuvelrug omgebouwd naar aardgas en verloor het GZO zijn bestaansrecht. Alleen het kantoorgebouw (1932) op nummer 4 en het gedenkteken (1929) achter het kantoorgebouw, een gedenknaald met lichtkoepel, herinneren nog aan de tijd dat hier gas werd geproduceerd.
Zoals haast niets meer herinnert aan de gasfabriek, zo herinnert niets meer aan de spoorweggeschiedenis. Het treinstation om de hoek van de Steynlaan werd in 1976/1977 afgebroken en de spoorlijn opgebroken. Het straatbeeld is niet alleen op die plek gewijzigd. De voorzitter van de belangenvereniging, D.A.J. de Bruin, maakte in 1958 in een kranten-interview een opmerking over het uiterlijk van de winkelpanden: gelijk-vloers een royaal pand maar daarboven een echt dorpsgeveltje. ‘Op dit punt zal men de winkeliers echter nog wat tijd moeten gunnen. Dat omvormen van dorpscentrum tot city is een evolutie, waarmee jaren zijn gemoeid.’ Als hij nu over de Steynlaan zou lopen, zou hij zien dat zijn wens deels in vervulling is gegaan.
Gelukkig is het centrumplan uit 1966 van Gemeentewerken niet uitgevoerd. In dat plan zouden aan de Steynlaan alleen maar twaalf verdiepingen hoge flats staan. De Bruin maakte zich in 1958 al zorgen over de verkeersveiligheid op de verbrede Steynlaan. Op dit punt heeft hij eveneens gelijk gekregen. Er zijn meerdere verkeersremmende obstakels aangebracht.
De Steynlaan is nu een gevarieerde winkelstraat met veel horeca-gelegenheden, waar vrijwel alleen maar zelfstandig ondernemers gevestigd zijn. Dit onderscheidt deze straat van de andere winkelgebieden.