Door Asta Diepen Stöpler
Kees Breunesse: “Soms belde een klant op zondag of hij een pot muurverf kon halen. We zeiden geen nee, want halverwege een verfklus stoppen geeft slechte resultaten.”
Het Verfpaleis was gevestigd aan Jagerlaan 80 vanaf 1951. Kees Breunesse ging in 1965 in Het Verfpaleis werken. Rond 1970 ging B.G. Breunesse minder in de winkel om meer buitenshuis te kunnen schilderen. Hij stopte rond 1982 met werken. Kees Breunesse blikt terug op Het Verfpaleis.
Fietsspatborden wit schilderen. Samen met Veilig Verkeer Nederland hadden we deze actie in de jaren ’50 en ’60. Iedereen kon zijn fietsspatbord wit laten schilderen, gratis. Dit was een goede reclamestunt, want er kwamen veel fietsers op af. Even schuren, afnemen en zo’n 20 – 25 centimeter schilderen, klaar.
Mijn vader – B.G. Breunesse – begon eind jaren ‘30 als huisschilder. Na de oorlog nam het particuliere woningbezit toe. Mensen deden steeds meer zelf in en om het eigen huis. Daarom opende hij Het Verfpaleis met schilderbenodigdheden voor particulieren. De Jagerlaan was een goede locatie. In die tijd was de Voorheuvel een drukke winkelstraat. De winkel begon klein, met ongeveer 150 m2. Later zijn er achter diverse stukken aangebouwd als magazijn.
We verkochten onder meer verf en beits voor binnen en buiten van de merken Juweel Enamel van Juweline uit Amersfoort en Tokion van Boonstoppel uit Waddinxveen. Behang van Rath & Doodeheefver en Goudsmit – Hof. Oude stalenboeken van behang gaven we als tekenpapier aan kleuterscholen. Aan het begin van het jaar verspreidden we huis aan huis kleine stalenboeken met 25 soorten behang. Daar kwam de nodige klandizie uit voort.
Terpentine werd verkocht uit het vat. Vaak kwamen klanten met een eigen flesje. Als er geen dop op zat dan maakten we een kurk van papier. Even schudden of de tijdelijke stop goed genoeg afsloot. ‘Wel rechtop houden, anders lekt het’, adviseerden we.
Met mijn broers Wout, Piet en Bart stond ik in de jaren ’60 – ‘70 in de winkel. Een drukke tijd, naast de verkoop adviseerden we ook klanten. Als het nodig was hielpen we hen, bijvoorbeeld met het afstomen van te sterk vastzittend behang. Soms belde een klant op zondag of hij een pot muurverf kon halen. We zeiden geen nee, want halverwege een verfklus stoppen geeft slechte resultaten.
Wout was meester-schilder en koos voor het schildersbedrijf, Piet en ik kozen begin de jaren ’80 voor een ander beroep: respectievelijk kaasboer en geschiedenisleraar. Onze jongste broer Bart was enkele jaren lang de enige eigenaar van Het Verfpaleis. Hij moest helaas in 1985 de winkel sluiten vanwege gezondheidsproblemen.
Een canister (voorraadbus) in de verfmengmachine in de kelder was kapot gegaan en de vloer lag onder een dikke laag verf. Bij het opruimen raakte hij overgevoelig voor chemische stoffen. Er was geen opvolger en daarom ging de deur vrij abrupt dicht. Na een theologische studie te hebben afgerond, werd hij predikant.
Dit artikel is eerder verschenen in De Nieuwsbode op 7 september 2017